Inleiding


Norg kent een lange en rijke historie die het waard is te worden uitgezocht, op te schrijven en uit te dragen. Norg wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde van het bisdom Utrecht uit 1139, waarin de bisschop van Utrecht aan de kerk te Oldenzaal opbrengsten overdraagt uit kerken in Drenthe. Norg wordt in deze akte geschreven als ‘Nurch’, in latere oorkonden komen we vaak Norch tegen. Deze schrijfwijze is door de Historische Vereniging Norch in haar naam verwerkt.


Voor het ontstaan van Norg als vaste woonkern moeten we uitgaan van circa 700 na Chr. Dit is gebleken uit archeologische opgravingen van 2012 en 2015 aan de zuidoostkant van Norg, omgeving Esweg. Hierbij zijn huisplattegronden van een kleine groep boerderijen blootgelegd. Vandaar uit heeft het dorp zich geleidelijk verplaatst naar het huidige Oosteind. Ook uit de prehistorische tijd zijn archeologisch gezien bewijzen dat er al duizenden jaren menselijke activiteit is rond Norg.


Een zelfde ontwikkeling als hier beschreven, geldt voor de meeste van de tot de voormalige gemeente Norg behorende dorpen. Elk dorp heeft wel een bijzonderheid, waardoor het meer dan regionale bekendheid heeft gekregen. Zo is Norg op de kaart gezet door de paardenmarkt, de recreatie en de motorcross. Zo heeft Een de Eener- of Zwartendijsterschans, overgehouden uit de 80 jarige oorlog. Veenhuizen werd door toedoen van Johannes van den Bosch het pauperparadijs, terwijl Norgervaart, Huis ter Heide en Kolonievaart voor veel criminelen de laatste ogenblikken van vrijheid betekende. Langelo kreeg van de NAM een ondergrondse gasopslag, waardoor heel Nederland ook bij extreme kou warm blijft. Peest heeft als tastbare herinnering uit de tweede wereldoorlog de Hitlerring overgehouden. Westervelde heeft het enige hunebed in de voormalige gemeente Norg en Zuidvelde geniet enige bekendheid door de aanwezigheid van het kamp ‘De Fledders’.


Het is onze intentie om de boeiende geschiedenis van de voormalige gemeente Norg, vanaf de prehistorie kort en bondig in een aantal paragrafen te beschrijven.

 

 

oorkonde van het bisdom Utrecht uit 1139