Op een raadsvergadering van 17 september 1874 werd besloten de scholen te Langelo en Zuid- en Westervelde (deze laatste stond in het zgn. "schooldennebos", grondgebied van de fam. Tonckens) op te heffen en te doen vervangen door gewone bijscholen, waarin alleen zang zou worden gegeven. De Raad oordeelde dat Zuid- en Westervelde en Langelo ieder ongeveer een half uur gaans van de school te Norg verwijderd zijn en de kinderen van die gehuchten, evengoed als die van Peest, te Norg ter school kunnen gaan. Op 4 november 1874 kwam in de gemeenteraads-vergadering ter sprake, de resolutie van G.S., waarin deze niet berustten in de opheffing van deze scholen. De Raad besloot daarom, de opheffing van de school te Westervelde dienaangaande in te trekken. De school te Langelo werd dus opgeheven, waarom deze kinderen gedoemd waren in het vervolg in Norg ter school te gaan. In een raadsvergadering van 13 augustus 1877 deelde burgemeester J. Tonckens mede, dat B en W de nieuwe o.I. school te Een hadden opgenomen en goedgekeurd. Besloten werd de afbraak van de oude school, zoals ramen, deuren en kozijnen afzonderlijk en de muren en pannen in percelen te verkopen. De roerende goederen, voor zover niet bruikbaar, in 't openbaar.

In de eerste helft der 19e eeuw kreeg Norg vooral betekenis, toen de Maatschappij van Weldadigheid in de jaren 1819-1823 hier haar groots opgezette kolonisatiewerk aanving met de aankoop van 3000 ha woeste grond, die in cultuurgrond zou moeten worden omgezet door lieden die daarvoor over 't algemeen niet geschikt waren. Zoals alle gemeenten in Drenthe, breidde ook Norg zich uit. Er kwamen meer kinderen en de toestand in de scholen werd onhoudbaar. Derhalve zag de gemeentekas van Norg zich na 1906 geplaatst voor grote financiële offers.Reeds in dit jaar werd een nieuwe o.I. school met 2 lokalen en onderwijzers-woning te Westervelde opgeleverd, in augustus 1924 gevolgd door een school met 2 lokalen plus onderwijzers-woning te Huis ter Heide. 30 Januari 1922 besloot de Raad geen derde lokaal aan de bijzondere school te Een te bouwen, maar de kleinste der 2 te vergroten. Maar ook Langelo vroeg om een school, waarvoor de boermarke van Langelo de grond gratis beschikbaar stelde. Het zou echter tot 1930 duren eer deze twee-lokalige school, plus onderwijzers-woning tot stand kwam. In hetzelfde jaar werd ook in EenWest een nieuwe 2-lokalige school met onderwijzers-woning gezet.


na-oorlogse groei


Na de bevrijding stond Norg voor diverse uitbreidingen, zowel wat scholen, als woningen betrof. In mei 1947 werd de eerste kleuterschool in Veenhuizen reeds geopend. In 1949 besloot de Raad de oude school, staande voor de kerk te Norg, af te breken en een nieuwe school aan de Schoolstraat te bouwen. Van het materiaal van de oude school werd tegenover de nieuwe een dorpshuis gezet, tevens dienende als gymnastieklokaal. Ook de sportclubs vroegen wederom om meer terreinen en kleedkamers, als gevolg waarom de gemeente in 1951 overging om 3 ha land, gelegen naast het sportterrein aan te kopen voor uitbreiding, zodat zij nu beschikt over 6 ha sportterrein. Wat reeds eerder in de Raad was overwogen, kwam in 1952 tot stand, n.l. een u.l.o. school met 4 lokalen, gebouwd naast de nieuwe o.I. school. Dit in verband met het feit, dat het departement van Justitie de zorg voor het o.l. en u.l.o. onderwijs te Veenhuizen niet langer voor zijn rekening wilde nemen. De afdeling u.l.o. van de school aldaar is wegens een te gering aantal leerlingen niet door de gemeente overgenomen en als gevolg daarvan opgeheven. Dit opende de mogelijkheid in het dorp Norg een u.l.o. te stichten. Behalve Een, kregen Norg en de omliggende dorpen in 1954 waterleiding. Een lang gekoesterde wens van de Eener bevolking werd in 1961 vervuld door de bouw van een nieuwe o.I. school.