Aan de brink en tussen de huizen, op de grens van het Oosteind en het Westeind, staat de eeuwenoude kerk van Norg. Deze kerk ontleent z’n naam aan de beschermheilige Sint Margaretha, die 20 juli als naamdag heeft. Zij leefde in de derde eeuw in het ministaatje Antiochië op de grens van het huidige Syrië en Turkije. Zij had zich al vroeg tot het Christendom bekeerd, dit tegen de wil van haar directe omgeving. Het gevolg is dat zij uiteindelijk werd onthoofd. Hierdoor werd zij een soort martelares die in de middeleeuwen sterk werd vereerd en waardoor haar naam aan diverse kerken als patrones is verbonden. De vraag waarom iemand uit het onbeduidende Antiochië zo’n belangrijke rol kon spelen in onze westelijke wereld, laat zich het beste beantwoorden als wordt bedacht dat de kruistochten in de 11e en 12e eeuw over land veelal in Antiochë een steunpunt vonden op de weg naar de heilige stad Jeruzalem. Niet bekend is of de heren ridders van Norch ooit hebben deelgenomen aan de kruistochten. In het bevestigende geval zouden zij –onder indruk van de legende- de naam Margaretha aan de Norger kerk gegeven kunnen hebben.

 

De huidige bakstenen kerk had waarschijnlijk al twee voorgangers, opgetrokken van hout op een fundatie van zwerfstenen. De eerste houten kerk zal gebouwd zijn in de 9e of 10e eeuw (800-1000) en stond op de heide buiten het dorp. De toenmalige dorpskern lag ter plaatse van de Esweg/Disselwand. De eerste kerk had een lengte van 20 meter. Deze informatie steunt op het archeologisch onderzoek dat ten tijde van de grote restauratie in de jaren 1969-1971 is gedaan. Hieruit blijkt ook dat de houten kerk vrij snel is uitgebreid of vervangen. Aan de hand van paalgaten en de fundamenten van zwerfstenen kon de plattegrond van deze kerken nauwkeurig worden gereconstrueerd.

 

In lichtgrijs zijn de fundamenten (zwerfkeien) van de houten kerken zichtbaar gemaakt, de gearceerde delen zijn graven

 

Deze fundamenten zijn aangetroffen binnen de muren van de huidige kerk. Het koor had oorspronkelijk een rechthoekige vorm.
De tweede houten kerk werd gebouwd in de 11e eeuw en wordt genoemd in een oorkonde uit 1139, waarbij bisschop Andreas van Cuyck van Utrecht de opbrengsten van enkele Drentse kerken, waaronder die van Norg, overdraagt aan de Sint Plechelmuskerk van Oldenzaal. Deze tweede houten kerk is zeer waarschijnlijk in de dertiende eeuw door brand verwoest omdat bij vermeld archeologisch onderzoek ook sporen van brand zijn gevonden. Bekend is dat in de dertiende eeuw regelmatig strijd werd geleverd tussen de opstandige Drenten en de bisschop. Hierbij waren ook de ridders van Hendrik en Rudolf van Norch betrokken, die trouwe dienaars waren van de bisschop. Dit bracht hen regelmatig in aanvaring met de opstandige Drenten. Plundering en brandschatting van elkaars eigendommen waren in die tijd aan de orde van de dag. De paragnost Theo Berends uit Emmen zou hebben vastgesteld dat met het brandschatten van de burchten van de ridders van Norch in het jaar 1241, ook de kerk in vlammen is opgegaan. Hierna werd in de tweede helft van de dertiende eeuw de kerk in baksteen herbouwd. Bij de financiering ervan zullen de ridders van Norg een belangrijke rol hebben gespeeld. Eerst werd aan de westzijde een Romaanse toren gebouwd, en daarna werden rond de restanten van de houten kerk een groter romangotisch koor en schip opgetrokken. De toren stond los van de kerk en moet in die tijd vooral worden gezien als verdedigingswerk. De toren is eigendom van de wereldlijke gemeente (thans Noordenveld) en de kerk van de Hervormde gemeente Norg.

 


In de toren hangt in de klokkenstoel een kerkklok uit 1655, gemaakt door de Groninger klokkengieter Wilhelmus Jacobus de Vrij. Op de klok staat de tekst:

 

Soli Deo Gloria en voor ‘t karspel Norch. 


                                    De oude torenkap bestaat vrijwel nog geheel uit oorspronkelijk materiaal uit de 13e eeuw, zie foto's 


Bij de restauratie in 1969 is de romaanse bouwstijl van de 13e eeuw zo veel mogelijk teruggebracht. Vooral aan de ramen is dit goed te zien. In het halfronde koor van de kerk zijn de versierde ribben in het gewelf prachtig gerestaureerd. De sluitsteen in het gewelf is eveneens van uitzonderlijke schoonheid. Deze steen is beschilderd met een duif als zinnebeeld van de Heilige Geest. Op steen staat de tekst: ‘Veni Sancte Spiritus + Divi Doni Origo’ (komt Heilige Geest, van Goddelijke gave de oorsprong).

 

                                         sluitsteen deurboog                                                                                          sluitsteen gewelf

                                                                                                                             

 

                                         foto: j. knottnerus, emmen


Het interieur van de kerk herbergt nog veel meer bezienswaardig-heden, zoals het Leichner-orgel, de preekstoel met houtsnijwerk, het offerblok, doopvont en de Tonckensbank.


foto's: j. knottnerus, emmen


Wilt u al deze kerkschatten ook eens bekijken? Van mei tot oktober is de kerk elke dag (behalve op zondag) vanaf 14.30 uur voor belangstellenden te bezichtigen.


de kerk voor en na de restauratie


Bronnen:


NDVA 1969, J.W. Boersma, Het archeologisch onderzoek van de Ned.Herv.Kerk te Norg
De restauratie van kerk en toren der Ned. Herv. Gemeente van Norg, P.L. Vrieze
De Margarethekerk van Norg, St. Instandhouding Herv. Kerkgebouw te Norg

Fotomateriaal deels afkomstig van dhr. J. Knottnerus, Emmen